Mr.Cools' Planet - Welkom! Welcome!

Traveling and Writing
This website is about traveling and writing. Being on the move and being emotionally moved. Two different but interconnected things. Spotting places and losing your heart. Temples, pyramids, cities and ruins, forests and mountains, valleys and rivers, volcanoes and lakes, daily life in the streets, the world as habitat for writing.
Read on: In the year 2000

The Author
Derk Cools was born in 1939 in Den Haag / The Haque, the Netherlands. He got his degree in social geography and economics at the University of Utrecht(1958). As a civil servant with the Ministry of Economic Affairs, he developed expertise in regional (economic) planning at home and abroad. In 1994, he retired and moved to the Netherlands Antilles, the island of Curacao. Read on: Since 1995, he traveled

29 januari 2015

uit Charlie Bloem



uit Charlie Bloem, de Vandalsky Papers, geschreven door Derk Cools






Het water schittert, de mondi stuift. De hond draait zijn kop opzij. Achter zich hoort de man geschuifel. Het geweer zakt omlaag. De man kijkt Vandalsky recht in het gezicht. Ik ben de weg kwijt. Ik moet hier ergens mijn auto geparkeerd hebben. Dispense, dat ik op uw terrein verdwaald ben. Het lijkt een karabijn, uw geweer. Het spijt me. Ik verdwaal altijd in de mondi. De paden zijn zoals de andere paden, zijpaden van elkaar. Ik kan ze niet uit elkaar houden zo min als ik krabben van krabben kan onderscheiden. Een wirwar die leeft, beweegt, nadert, een kluwen onuithaalbaar. Tussen de heuvels hoorde ik geweerschoten, het geluid weerkaatsen, de stilte vermoorden. Ik zag de heuvel, ik zag het huis, niet de schaduw niet het geweer. Vandalsky stopt. De man kijkt hem aan en zegt, Ik ken u. U komt hier elke week. Wat praat u, wat zoekt u? Hij lacht, niet vriendelijk, draait zich om en loopt de weg op. Plotseling gaat de karabijn omhoog, de blauwe lucht, wolkjes wit, draait de man zich om, hij lijkt groter en dichterbij, richt het geweer op de plek van zijn hart, zijn hoofd, op Vandalsky tegenover hem. De harde, droge lach van de man klinkt als een schot in het niets. Een warawara tuimelt omlaag, een sliert veren. De man lacht een waanzinnige lach. De hond springt op, verdwijnt in de struiken van de mondi. Niemand, zegt de man, verdwaalt in de mondi. Niemand, zeg ik.